UIT DE PARTITUUR VAN MAART 2018
Dan komt er weer eens een stuk op je pad. Aangestuurd door de muziekcommissie o.l.v. de dirigent.
Het wordt geïntroduceerd en de kennismaking daarop is weinig zeggend. Net als de toevallige, vluchtige ontmoeting met een vrouw, ergens op straat. Het is dat beiden even de moeite nemen om niet ongezien aan mekaar voorbij te gaan. Maar, meteen daarop gaan de twee weer hun eigen pad, zonder beelden en blijvende herinnering. De vrouw is weer een met alle andere passanten (“Ships that pass in the night”) en ik richt me weer op mijn eigen zaken. Bij de slager aan de Heelweg herken ik haar nauwelijks, doch groet haar terloops toch nog gauw even. Was dat niet die vrouw van toen …? De gedachte daaraan blijft even hangen en ebt dan langzaamaan weer weg.
’t Lijkt warempel wel dat stuk (nr. ???) uit de zwarte map, dat op de dinsdagavond weer tevoorschijn wordt getoverd. Ja, ooit wel eens gezien. Gehoord? Vage beelden ontstaan boven in het dak onder mijn haar. Beelden die nog niets concreets beloven te gaan worden. Pas als er weer aandacht aan wordt besteed zie en hoor ik wat “kop-en-staart”. En, warempel, een speciaal gevoel overvalt me! Het stuk verdwijnt voor onbepaalde tijd in de map. Op een zonnige middag kom ik haar weer tegen. Eerst vraag ik me dan toch weer af: ”Is zij het echt?” Dichterbij gekomen wordt het me duidelijk. Zij is het, maar heeft, vanwege het stralende weer, een metamorfose ondergaan. “Wat een leuk koppie zit daar op! Mooi haar! Mooie ogen!” Zo kun je dat stuk toch beter inschatten. Het werkt op je in en je gevoel krijgt een boost. “Nummer …. uit de zwarte map.” Leuk! Kijken wat er nog is blijven hangen! De vocalen stralen warmte uit. Struikelen over de tekst is er haast niet meer bij. Tijdens het zingen ook eens “stiekem” luisteren naar de samenklank. O, niet gek! Als alle partijen meewerken wordt het echt wat! Ik eigen me het stuk steeds meer toe en ga het koesteren. Dat stuk met dat mooie koppie! Ik kan het maar niet uit mijn hoofd krijgen. Hoe intenser ik er aan denk hoe meer opgewonden ik raak. Hoe zal het zijn als …?
In gedachten ben ik alleen maar met àlles (het helemáál) tevreden. Er staan en er helemaal voor gaan. Met zijn àllen. Je helemaal kunnen laten gaan, proeven, kwijlen en genieten, gefixeerd op de inhoud van klank en tekst en overdracht. Daar sta je dan van je stuk te genieten. Daar waar je eerst niets mee had, waarvoor geen genegenheid was, waar geleidelijk aan steeds meer liefde voor ontsproot en waar je nu alles voor zou willen geven om het wereldkundig te maken.
M U Z I E K!
Niet te bevatten. Raakt de ware liefde en …
geen duootje, triootje, maar een -TIG’je.
Daar wil ik me graag voor lenen.
N.B. Niet alles wat langs komt maakt zo hartstochtelijk. Er zijn stukken bij die je meteen in vuur en vlam zetten, maar waarbij, na een poosje, de opgedane energie verschrompelt (de zgn. vluggertjes). Daar waar je je voor uit de naad moet werken, zowel op de repetitie als thuis, daarvoor wordt een apart plekje gereserveerd in je binnenste. Dat betekent: ware liefde! En dat houdt stand.
P.S. Ik heb genoten van Duruflé, als intro, bij ons adventsconcert.