Soms is de dood zomaar opeens in je leven. Het overkwam mijzelf begin dit jaar. Plotseling overleed mijn oudste broer. Een groot verlies voor zijn gezin en onze familie. We hadden een goede band. Je merkt dat je dan niet ‘zomaar’ los kunt laten. Hij is een blijft een deel van ons leven, ook al is hij gestorven.
Ook in dat opzicht is de mens, zo denk ik, naar Gods beeld geschapen. Hij die ons uit liefde heeft gemaakt en met ons op weg is gegaan, kan ons ook niet ‘zomaar’ loslaten. Wij leven bij Hem voort, in liefde geborgen. Dat is het geloof van Pasen: het mysterie van liefde die sterker is dan de dood. We ervaren het op vele manieren, zoals bij het heengaan van een dierbare. We zien het ook in de natuur. De doodse winter wint het niet. Jong leven ontluikt in de lente en brengt altijd weer vreugde en verwondering. We voelen ons beter, ánders, wanneer we het jonge leven weer zien.
Voor mij als pastoor zijn de vieringen van Pasen het hoogtepunt van het kerkelijk jaar, maar dan ook álle vieringen. Palmzondag, Witte Donderdag en Goede Vrijdag horen erbij. Je kunt Pasen niet goed vieren als je niet stil wilt staan bij onze eigen trouw en ontrouw aan God (Hosanna en kruisig Hem) of de zelfgave van Jezus in dienende liefde (de voetwassing) en zijn lijden en dood op het kruis. Pas daarna kun je de diepe betekenis van het Paasfeest ervaren: liefde is sterker dan al het lijden en doet leven. Gods liefde voor ons doet ons eeuwig leven.
Wie dat ervaart wordt ook zelf een ander mens.
Zalig Pasen. Pastoor Hans Pauw